Het Verhaal van Maria

Mijn naam is Maria. Ik ben 32 jaar oud en 12 jaar geleden bekeerd naar de Islam. Ik heb een Christelijk, Katholieke achtergrond. Ik groeide op in een klein, rustig dorp waar religie belangrijk voor ons was. Mijn familie is erg gelovig: elke zondag gingen we naar de kerk, we baden voor elke maaltijd en lazen de Bijbel dagelijks. 

Al van jongs af aan voelde ik een zekere frictie tussen wat mij werd geleerd en hoe ik zelf over geloof dacht. Ik had al vroeg vragen over bepaalde aspecten van het christendom, maar durfde deze niet te stellen. Zo las ik in de Bijbel een vers waarin Jezus zegt: "Ik stijg op naar mijn Vader en jullie Vader, en naar mijn God en jullie God." (Johannes 20:17) Deze woorden begreep ik niet. Jezus leek hier te impliceren dat hij zichzelf niet als God beschouwde. Als hij zelf God zou zijn, waarom zou hij dan spreken over de Vader als "mijn God"?

Ook begreep ik het vers niet waarin Jezus zegt: “Waarom noem je mij goed? Er is niemand goed, behalve één, dat is God.” (Mattheüs 19:17) Hier leek hij opnieuw te impliceren dat hij zichzelf niet als God zag. Hij noemt God goed en geeft tegelijkertijd aan dat hijzelf dat niet is.

Naarmate ik ouder werd, stapelden mijn vragen zich op, en uiteindelijk besloot ik enkele daarvan voor te leggen aan de pastoor in onze kerk. Eén van de eerste vragen die ik stelde, ging over waarom Jezus moest sterven voor de zonden van de mensheid. “God is toch almachtig?” vroeg ik. “Waarom zou een almachtige God niet gewoon kunnen vergeven, zonder dat een onschuldige – en niet zomaar een onschuldige, maar zijn eigen zoon – moest worden opgeofferd voor de zonden van anderen?” Het antwoord dat ik kreeg was kort en teleurstellend: “Dat is wat God heeft bepaald.”

Toen ik vroeg naar de drie-eenheid en waarom we spreken over de Vader, de Zoon en de Heilige Geest als drie verschillende gedaanten met aparte rollen, terwijl ze eigenlijk één zouden zijn, kreeg ik te horen dat het mysterie van de drie-eenheid niet met het menselijke verstand te begrijpen was en dat ik het gewoon moest accepteren. Het werd me duidelijk dat er inhoudelijk geen antwoord zou komen.

Ook thuis vond ik weinig ruimte om mijn twijfels te bespreken. Mijn ouders waren duidelijk: “Dat is gewoon hoe het is.” Voor hen was het geloof iets dat zonder vragen aangenomen moest worden. Voor mij voelde dit niet logisch, maar ik hield erover op.

In de jaren die volgden kreeg ik meer vrijheid om de wereld buiten mijn dorp te verkennen. Ik bracht veel tijd door in de bibliotheek van een grotere stad, waar ik rustig kon nadenken en lezen. Hier ontdekte ik boeken over de geschiedenis van het christendom die mij een nieuw perspectief gaven op de geloofsleer die mij altijd als zo vanzelfsprekend was voorgehouden.

Ik las over de oorsprong van het christendom, dat ooit begon bij Jezus maar door de eeuwen heen zijn kern leek te hebben verloren. De Bijbel, die ik altijd had gezien als afkomstig van God, bleek niet het woord van Jezus zelf te zijn, maar een verzameling verhalen, geschreven door mensen die om hem heen leefden – en soms zelfs door mensen die hem nooit hadden gekend.

Ik ontdekte dat de teksten eeuwenlang waren doorgegeven en gekopieerd door monniken en schrijvers, waarbij vaak kleine of zelfs grote wijzigingen werden doorgevoerd. Eén ontdekking deed vele met me: de verzen over de drie-eenheid – de Vader, de Zoon en de Heilige Geest – bleken niet in de oudste manuscripten voor te komen en waren pas later toegevoegd. 

In de geschiedenisboeken las ik dat door de eeuwen heen waren passages aangepast en soms zelfs weggelaten. Dit waren geen meningen of werken van mensen die tegen het christendom waren, maar puur historische feiten die niet te ontkennen zijn. Met deze informatie drong het tot me door dat de Bijbel dus niet onfeilbaar was, want menselijke voorkeuren en zelfs veranderingen hebben een rol gespeeld in de totstandkoming ervan. 

Op de een of andere manier was ik niet geschokt door deze ontdekkingen. Ergens in mezelf wist ik dit al en voelde het meer als een bevestiging van wat ik van kinds af aan al had gevoeld. Het zorgde niet voor verwarring, maar juist voor duidelijkheid: ik wist nu zeker dat het katholieke geloof niet voor mij was. 

Nu ik het katholicisme had losgelaten, begon ik in diezelfde bibliotheek te lezen over andere geloven. Zo kwam ik ook bij de Islam. Al snel ontdekte ik iets bijzonders over de Quran: deze tekst is sinds de openbaring ervan volledig onveranderd gebleven. Al meer dan veertien eeuwen is de Quran exact hetzelfde, woord voor woord en letter voor letter, zoals het door God aan de Profeet Mohammed ﷺ werd geopenbaard. 

Dit raakte me diep. Voor het eerst voelde ik dat dit werkelijk het woord van God was, onaangetast en puur, zoals het ooit werd geopenbaard. Dit besef gaf me een verbondenheid met God die ik eerder nooit had ervaren. Ik wist dat ik eindelijk de waarheid had gevonden en niet lang daarna leidde dit tot mijn bekering tot de Islam. 

 

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Reactie plaatsen

Neem de Eerste Stap naar Groei

Ben je op zoek naar persoonlijke begeleiding en ondersteuning in jouw bekeringstraject? Neem vandaag nog contact met ons op en ontdek hoe de Bloeiende Bekeerling jou kan helpen bij jouw persoonlijke groei.